U vraagt het mij waarschijnlijk niet, maar als u het mij zou vragen, zou ik er een duidelijk antwoord op weten te geven. Ik zou geen milliseconde hoeven na te denken om mij voor de geest te halen wat het is. De grootste bedreiging van de hedendaagse maatschappij? Ik weet het antwoord wel. Toegegeven, in die milliseconde zou er een hele rij aan potentiële antwoorden de revue passeren. Populisme? Individualisme? Stuk voor stuk fijne antwoorden.
Maar het echte gif dat onze maatschappij als geen ander sluipend bespringt – om ons dan langzaam, reutelend en rochelend op de knieën te dwingen – is onverschilligheid. De groeiende massa van grijze muizen die aan de kant van de maatschappij nooit iets goed genoeg vindt en zeikend en klagend de dagen doorbrengt. Het soort dat zichzelf op Twitter reduceert tot een stroom van 140 lettertekens en denkt dat ze daardoor maatschappelijk ontzettend relevant zijn. De beste stuurlui aan wal, die hun onverschilligheid koesteren als was het een ongelooflijk kostbaar museumstuk.
Ze denken dat ze sociaal interageren, dat ze een belangrijke aanvulling zijn op het maatschappelijke debat. Quid non. Ze zijn verveld tot een vervelend achtergrondgeluid. Nou ja. Zozo. Dat is het toch ook niet echt? Brom brom. Klaag klaag. Ik heb zo’n zwaar leven. Kijk toch eens naar mij. Jeetje toch. Je maakt wat mee. Het is allemaal iets. En dan smijten ze er nog eens een hashtag tegenaan.
Kan u mij iets beloven, beste lezer? Als u die signalen begint op te vangen bij mij, moet u mij een ferme schop onder de kont geven. Of nog beter: mij een spuitje geven, uit het raam duwen en achteraf mijn as uitstrooien in de woeste waters.
Voor mij is het immers zoals de Klaxons in hun schijfje “Gravity’s Rainbow” meermaals herhalen. “Come with me, come with me, we’ll travel to infinity. Come with me, come with me, we’ll travel to infinity. I always be there, my future love, oh oh, I always be there for you, my future love.” Ik moet ergens mijn zotte kop kunnen voorleggen. Ergens mijn eeuwig brandende drang en intensiteit in kwijt kunnen. I’ll travel to infinity voor de projecten en ambities waarin ik geloof, I always be there, waar en wanneer dan ook, voor het handjevol mensen die mij raken en mijn leven bepalen.
Dus, beste lezer, als de intensiteit van mijn leven afvlakt van hoge toppen en diepe dalen naar een vlak en constant gezeur, dan weet u het wel. Dan is het tijd om mij een ferme schop onder de kont te geven. Zodat ik nooit verval in het Twittergezeur van de onverschilligen van deze samenleving. Zodat ik als klein jongetje blijf nastreven om emotioneel diep of euforisch hoog te gaan.
U weze bedankt.