Elders

Deze blog vliegt – na reeds lange maanden pauze – definitief op slot. ’t Is maar dat u het weet. Ooit begonnen om mijn Erasmus-ervaring te inventariseren, daarna een beschrijving van hoe ik met een zot hoofd de wereld bestorm.

 

Kom me gerust elders opzoeken. De 23-jarige die deze blog afsluit is vast beter in staat om jullie in zijn leven toe te laten dan de 18-jarige die deze blog ooit begon.

 

pieter.haeck@outlook.com // @haakpieter

 

Landweg

Dat de wereld tegenwoordig zoals een trommel vol Lotto-balletjes is. Balletjes die heen en weer vliegen. Op en neer, links en rechts, boven en onder. Gevoelens worden geacht mee te veranderen op het tempo van een Twitter-feed en Facebook-timeline. Delen! Delen! Wat doe je? Waaraan denk je? Relaties, liefde en dat soort oprechte concepten zijn online tot aan- en af-knoppen gedegradeerd. Kansen moet je grijpen, uitdagingen zijn er om niet te laten liggen en verder moet je maar mee in de ratrace van het leven. En er vooral niet afvallen, liefst.

Welaan, ik doe niet meer mee. Ooit was ik vast de even grote puber die mee in de ratrace stapte, dan de balletjes in de lucht moest houden, maar ze plots alle kanten uit zag vliegen. En die tijd is vast nog niet zo lang geleden. Gevoelens gingen alle kanten uit, trappers gingen al eens in overdrive en knalden daarna nog eens gemeen hard tegen mijn eigen voetzolen. Waarna die openlagen. Met bloed overal. Wat een gedoe.

Gelukkig waren er mensen die mij op mijn plaats zetten. Afstand. Ademen. Rust. Tijd. Weg met de lichtbak. Weg met de trommel vol balletjes. Ik spring voortaan wel van de snelweg en zal wat meer op de landweg gaan lopen. Mijn gevoelens laten bepalen door een streling van de wind, een vleugje schone muziek of een intens gesprek op café. Mijn voeten diep in het grint boren, zodat ik niet wegschuif bij het eerste echt zuchtje wind.

Kom ik u langs die landweg tegen?

Quote.

Omdat je het soms beter kan zeggen door de quotes van anderen:

“Liefde is alles wat erover wordt beweerd. Daarom zijn mensen er cynisch over. Het is de moeite waard ervoor te vechten, er dapper voor te zijn, er alles voor te riskeren. Want als je niets riskeert, riskeer je nog meer.” (Gespot op een serviette in een Gents restaurant)

“Our lifes are defined by opportunities, even the ones we miss.” (Teruggevonden bij het opkuisen van de mailbox)

“De lucht is nog vol mooie dagen.” (Loesje dat ik ooit ergens spotte en wel past bij het mooie lenteweer)

 

Below my feet

Er is altijd weer een leeftijd waarop je het helemaal denkt te weten. Een leeftijd waarvan je vermoedt dat de aardbol nu geen geheimen meer voor je kan hebben. Een leeftijd die je alleen maar kan bereiken als je alles al eens gezien hebt. 

Je acht jezelf ervaren, je bent vol van zelfvertrouwen. Helemaal en alles onder controle. Tot iemand een traan laat. Of tot iemand in zijn schelp terugkruipt. Of tot iemand zonder enige reden de ruimte uitstampt. 

Op die momenten kijk je zo anders naar de mens. Weet je dat jouw labyrinth van gevoelens maar zeker moeilijk kan inhaken op dat ander doolhof. Als jij de uitgang hebt gevonden, zit de ander misschien vast in de struiken. En vind elkaar dan maar eens. 

Vandaar. Ook al bouw je stapels vertrouwen. Ook al denk je het allemaal te weten. Voetjes op de grond. Die ander zit even hard vast in zijn doolhof als jij. 

Onverschilligheid

U vraagt het mij waarschijnlijk niet, maar als u het mij zou vragen, zou ik er een duidelijk antwoord op weten te geven. Ik zou geen milliseconde hoeven na te denken om mij voor de geest te halen wat het is. De grootste bedreiging van de hedendaagse maatschappij? Ik weet het antwoord wel. Toegegeven, in die milliseconde zou er een hele rij aan potentiële antwoorden de revue passeren. Populisme? Individualisme? Stuk voor stuk fijne antwoorden.

Maar het echte gif dat onze maatschappij als geen ander sluipend bespringt –  om ons dan langzaam, reutelend en rochelend op de knieën te dwingen – is onverschilligheid. De groeiende massa van grijze muizen die aan de kant van de maatschappij nooit iets goed genoeg vindt en zeikend en klagend de dagen doorbrengt. Het soort dat zichzelf op Twitter reduceert tot een stroom van 140 lettertekens en denkt dat ze daardoor maatschappelijk ontzettend relevant zijn. De beste stuurlui aan wal, die hun onverschilligheid koesteren als was het een ongelooflijk kostbaar museumstuk.

Ze denken dat ze sociaal interageren, dat ze een belangrijke aanvulling zijn op het maatschappelijke debat. Quid non. Ze zijn verveld tot een vervelend achtergrondgeluid. Nou ja. Zozo. Dat is het toch ook niet echt? Brom brom. Klaag klaag. Ik heb zo’n zwaar leven. Kijk toch eens naar mij. Jeetje toch. Je maakt wat mee. Het is allemaal iets. En dan smijten ze er nog eens een hashtag tegenaan.

Kan u mij iets beloven, beste lezer? Als u die signalen begint op te vangen bij mij, moet u mij een ferme schop onder de kont geven. Of nog beter: mij een spuitje geven, uit het raam duwen en achteraf mijn as uitstrooien in de woeste waters.

Voor mij is het immers zoals de Klaxons in hun schijfje “Gravity’s Rainbow” meermaals herhalen. “Come with me, come with me, we’ll travel to infinity. Come with me, come with me, we’ll travel to infinity. I always be there, my future love, oh oh, I always be there for you, my future love.” Ik moet ergens mijn zotte kop kunnen voorleggen. Ergens mijn eeuwig brandende drang en intensiteit in kwijt kunnen. I’ll travel to infinity voor de projecten en ambities waarin ik geloof, I always be there, waar en wanneer dan ook, voor het handjevol mensen die mij raken en mijn leven bepalen.

Dus, beste lezer, als de intensiteit van mijn leven afvlakt van hoge toppen en diepe dalen naar een vlak en constant gezeur, dan weet u het wel. Dan is het tijd om mij een ferme schop onder de kont te geven. Zodat ik nooit verval in het Twittergezeur van de onverschilligen van deze samenleving. Zodat ik als klein jongetje blijf nastreven om emotioneel diep of euforisch hoog te gaan.

U weze bedankt.